Executieve vaardigheden

Bron: Hersenstichting
Bron: SLO

Wat zijn het?

Executieve vaardigheden hebben een belangrijke rol tijdens de ontwikkeling van een puber en dus van zijn mogelijkheid om te leren. Omdat ze vanuit de hersenen worden aangestuurd is kennis van de hersenen noodzakelijk.
De hersenen organiseren de verwerking van informatie via de zintuigen en organen èn verder sturen ze onze motoriek en gedrag. Als je je bedenkt dat de groei van de hersenen doorgaat tot na het twintigste levensjaar, dan is het duidelijk dat de vaardigheden om te leren leren van een student op de middelbare school nog in ontwikkeling is.
In de jaren van rijping van de hersenen worden steeds meer van de aanwezige hersencellen actief. Hoe snel dit gaat verschilt per persoon. 

Waarom zijn ze belangrijk?

Executieve vaardigheden zijn belangrijk om ons doelgericht en aangepast te gedragen. Ze stellen ons in staat om simpele tot ingewikkelde handelingen te verrichten op basis van een actieplan.
We stimuleren en remmen er emoties mee. Zo benutten we eerdere ervaringen om goed na te denken over beslissingen in het heden. Zo stellen we prioriteiten en voeren deze zodanig uit dat er rekening gehouden wordt met de mogelijke effecten. Executieve vaardigheden hebben een controlerende of aansturende rol.

Welke zijn er?

Reactie inhibitie

Het vermogen om na te denken voor je iets doet.

Werkgeheugen

Het vermogen om informatie in het geheugen vast te houden tijdens de uitvoering van complexe taken.

Zelfregulatie van affect/emotieregulatie

Het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren.

Volgehouden aandacht

Het vermogen om de aandacht erbij te houden, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling.

Taakinitiatie

Het vermogen om zonder dralen met projecten te beginnen, op tijd, op efficiënte wijze.

Plannen/prioritering

De vaardigheid om een plan te bedenken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Hierbij moet je ook in staat zijn beslissingen te nemen over wat belangrijk en wat niet belangrijk is.

Organisatie

Het vermogen om dingen volgens een bepaald systeem te arrangeren of te ordenen.

Timemanagement

Het vermogen om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je die kunt indelen en hoe je je aan tijdslimieten en deadlines kunt houden.

Doelgericht doorzettingsvermogen

Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door andere behoeften of tegengestelde belangen.

Flexibiliteit

De vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden; het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden.

Metacognitie

Het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt; het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie.